 |
Gillette
"Het perfecte veiligheidsscheermes zag hij acht jaar voor de
productie ervan in een droom"
|
KING CAMP GILLETTE (1855-1932)
De
voorouders van King Camp Gillette, de uitvinder van het veiligheidsscheermesje,
waren Franse hugenoten die al in de zeventiende eeuw in Amerika belandden.
In 1871, op zijn zestiende, verloor zijn vader alle bezittingen in de
grote brand van Chicago. De jonge King begon als handelsreiziger in ijzerwaren
te werken. Uitvinden was zijn hobby, maar de grote doorbraak bleef uit.
Door een toeval kwam hij in dienst van William Painter, de uitvinder van
de kroonkurk. Painter gaf hem de raad te zoeken naar een ding dat de mensen
na gebruik moesten weggooien, zodat ze er telkens nieuwe van nodig hadden.
In 1895 zag hij tijdens het scheren als in een droom het nieuwe scheermesje.
'Het was helemaal af. Qua vorm en principe is het nooit meer gewijzigd,'
zei hij later.
Technisch gezien bleek het echter onmogelijk staal zo dun te walsen
en vervolgens in kleine, aangescherpte plaatjes te versnijden. Acht jaar
hadden de knapste ingenieurs nodig om de droom van Gillette te verwezenlijken.
Gillettte: 'Als ik technisch geschoold was geweest, had ik het idee allang
opgegeven.' In 1903 was het zover: 51 apparaatjes en 168 mesjes gingen
dat jaar van de hand. Eind 1904 waren dat er respectievelijk 90.000 en
12,4 miljoen. Zijn compagnons vonden dat het merk Gillette gekoppeld moest
worden aan een gezicht, dat het internationaal zo herkenbaar moest zijn
als het portret van George Washington op een dollarbiljet. Gillette, die
er goed uitzag, was bereid daar zijn eigen hoofd voor te lenen. Uiteindelijk
zou zijn foto meer dan honderd miljard keer op de wikkels van scheermesjes
verschijnen.
Het
miljoen Amerikaanse soldaten dat in 1917 voor de Eerste Wereldoorlog naar
Europa trok, was van Gillette-scheermesjes voorzien. 'Scheer jezelf',
luidde de reclameslogan. Voor de Tweede Wereldoorlog werd dat 'Scheer
je elke dag'. De twee oorlogen droegen enorm bij aan de verspreiding van
de mesjes, zowel binnen de Verenigde Staten als in Europa. Vanaf 1909,
toen het succes niet meer stuk kon, verloor Gillette geleidelijk de belangstelling
voor zijn firma. Hij trok zich terug aan de westkust, in de buurt van
Los Angeles, en wijdde zich aan een andere passie die zijn leven beheerste,
namelijk het ontwikkelen van utopieën. Hij schreef het ene boek na
het andere om uit te leggen dat het bestaande concurrentiesysteem
85 tot 90% van de menselijke energie opslokt en dat het de hebzucht aanwakkert.
Hij stelde een wereldwijd kartel voor dat de bestaande wereldproductie
zou regelen. President Theodore Roosevelt bood hij een miljoen dollar
aan om voor vier jaar het voorzitterschap van zo'n trust op zich te nemen.
Die bedankte wijselijk. Buiten zijn firma wou het met zijn ondernemingen
niet zo best lukken. Een deel van zijn fortuin ging verloren door speculatie
in onroerend goed, een ander deel verdween in de aanleg van reusachtige
dadelplantages. Gillette zou altijd een dromer blijven. Hij overleed in
1932, enkele dagen nadat zijn firma het bekende Gillette Blue Blade op
de markt had gebracht.
In
1955 nam de Gillette Company de Amerikaanse vulpenfabriek Paper Mate over,
in 1967 de Duitse fabriek van huishoudelijke apparaten Braun ag, in 1972
de Franse luxe-goederenfirma S.T. Dupont (vulpennen en pijpen), in 1987
Waterman (vulpennen) en in 1993 Parker Pen. Gillette werd een van de meest
gevreesde marketeers ter wereld. In 1977 al kon de firma trots meedelen
dat King Camp Gillette zelf het bedrijf niet meer zou herkennen. Ze verkocht
850 producten aan meer dan een miljard consumenten in de hele wereld.
Ze had vijftig fabrieken in 21 landen en bood werk aan 35.000 mensen.

Gillette gaf in zijn reclame zelf tekst en uitleg
|