In de detailhandel hebben producenten van A-merken, zoals Unilever of P&G, via hun A-merken een sterke machtspositie verworven. Via verticale prijsbinding, schapruimte verplichtingen, minimumafnames, etc konden ze de afnemers (retailers) onder druk zetten. De afgelopen jaren is het tij gekeerd. De retailreuzen hebben via hun private label strategie, hun omvang, hun marktaandeel en hun logistieke kennis een eigen positie weten te verwerven. Het incident tussen het Nederlandse concern Unilever en de Koning van de retail-A-merken, Albert Heijn, bewijst dat de spanning stijgt. Een paar weken geleden nog bleek uit een studie van AC Nielsen Belgi? dat de huismerken marktaandeel verliezen ten opzichte van de producentmerken. En dat in een periode van economische neergang!? Zou het theoretische principe van anti-cyclisch budgetteren dan toch werken? AlbertHeijn heeft intussen besloten om een aantal Unilevermerken te boycotten. De Unilevertopmerken zullen niet direct uit de schappen worden gehaald. Volgens Albert Heijn zal de voorraad in de komende dagen opraken.
Wat denkt u?