Registered Trademark. Overgewaaid uit de USA. Vooral gebruikt om aan te geven dat het beeld- of woordmerk geregistreerd is. Ook veel gebruikt door designers om hun logo reeds een zekere 'merkstatus' te geven. Het gebruik van het symbool heeft geen enkele juridische betekenis in de Benelux. Het is dus goed mogelijk dat een beeld- of woordmerk waarbij het symbool gebruikt wordt, helemaal niet geregistreerd is.
Abstracte naamEen naam die is verzonnen en helemaal geen betekenis heeft, bijvoorbeeld ZENECA. Abstracte namen hebben helemaal geen beschrijvende of denkbeeldige link met het product of de dienst waarvoor ze gebruikt worden.
AccountabilityHet verantwoorden van bepaalde (marketing)activiteiten door het leggen van een relatie tussen een bepaalde (marketing)inspanning en het effect daarvan.
AcroniemLetterwoord. Woord gevormd uit de beginletters van andere woorden of merknamen.
AdvertisingHet tegen betaling onder de aandacht brengen van een (commerci?le) boodschap.
AdvertorialEen advertentie in een krant of tijdschrift die de vorm heeft van een redactionele tekst. Het woord is een samentrekking van de Engelse woorden advertisement en editorial.
Advocacy advertisingVorm van advertising waarbij de merkgebruiker de pleitbezorger is voor het merk. Extreme vorm van testimonial advertising.
AfzendermerkEen afzendermerk verleent haar goedkeuring aan een breed scala van producten of diensten die zijn ondergebracht onder productmerken, lijnmerken of seriemerken.
Alfanumerieke extensieEen combinatie van letters en cijfers die niet in een woord uitspreekbaar zijn.
AmbitieDe begeerte om een bepaald doel, een bepaalde missie te bereiken.
AntropomorfismeDe leer om menselijke eigenschappen toe te kennen aan objecten of aan dieren.
ArchetypeHet oerbeeld. Het archetype van de verrader is Lucifer.
AssociatiesZie 'merkassociaties'.
Associatieve naamEen naam die een bepaald kenmerk of voordeel van een product of dienst oproept, meestal met behulp van een origineel of aansprekend idee of beeld dat erbij opgeroepen wordt, bijvoorbeeld VISA.
Awareness modelReclamewerkingsmodel dat zich baseert op een sterke samenhang tussen merkbekendheid (= awareness) en koopgedrag. Uitgangspunt is dat de reclame vooral beoogt te prikkelen, op te vallen en aanleiding te zijn tot gesprekstof. Dit model leent zich goed voor het beschrijven en verklaren van de reclamewerking van impulsproducten, nieuw te introduceren producten en producten die weinig van elkaar verschillen.
Badgetype brandEen merk met een hoge symbolische waarde.
Banner-merkenLetterlijk vertaald: vaandelmerk. Een paraplumerk dat een groot aantal producten bestrijkt. Het bannermerk vervult een aanvallende strategie. Bijvoorbeeld, het retailmerk Carrefour dat zich als verdediger van de consument positioneert.
BaselineEen baseline heeft een verklarende functie. Bijvoorbeeld, ?De winkel voor ondernemend Nederland? is de baseline van KPN business center.
Bastion brandHet meest winstgevende merk dat een onderneming heeft binnen haar merkenportfolio.
BCG portfolio matrixDe Boston-matrix (ook wel genoemd: product portfolio matrix, BCG-matrix of growth-share matrix) is wellicht het meest gebruikte raamwerk voor strategische planning, vooral op het niveau van een product of een merk. Het is een werkwijze uit de marketing om bedrijfsactiviteiten te beoordelen op hun aantrekkelijkheid. Produkten en diensten worden onderverdeeld in categorie?n. De sleutelelementen bij het in kaart brengen van de ondernemingsactiviteiten vormen de twee dimensies van de matrix, te weten het marktaandeel en de marktgroei.
BeeldmerkVisuele uitbeelding van een merk of organisatie met een specifieke kleurstelling, typografie, symboliek etc. In juridische zin een merk waarbij een afbeelding (mede) als merk is gedeponeerd.
BekendheidDe wijze waarop en de maat waarin een merk bekend is bij de eindgebruiker.
BenchmarkingMethode om de prestaties van verschillende ondernemingen binnen een bedrijfstak met elkaar te vergelijken. Winst- en omzetcijfers op zichzelf zeggen niet alles, het gaat er ook om hoe de concurrentie het doet.
Beschrijvende naamEen merknaam die een beschrijving geeft van het door het merk gevoerde product. Bijvoorbeeld, Burger King.
Betekenisstructuur (means-end-chain)Systematische weergave van de wijze waarop een afnemer een product ervaart. Drie tot zes niveaus van betekenis worden onderscheiden. Deze lopen van productattributen via consequenties naar instrumentele en eindwaarden. Consequenties geven de functionele en emotionele voordelen van het product voor het individu weer, de waarden hebben betrekking op datgene wat men nastreeft of waardevol acht in het leven.
BetrokkenheidDe mate waarin een (potenti?le) koper verwacht dat de keuze en aanschaf van een product of merk belangrijke consequenties en risico's voor hem hebben. De betrokkenheid is vooral van invloed op de koopinspanningen die een consument wil verrichten. De betrokkenheid van de afnemer kan worden be?nvloed door het type product, persoon en situatie.
BlokbereikAantal personen (veelal uitgedrukt in procenten van het totale aantal dat bereikt had kunnen worden) dat met een aantal bijeengebrachte reclameboodschappen (reclameblok) op radio en televisie is geconfronteerd.
BrandZie 'merk'.
Brand architectureZie 'merkarchitectuur'.
Brand awarenessZie 'merkbekendheid'.
Brand commitmentEen maat voor de binding (loyaliteit) die een klant met een bepaald merk heeft en de waarschijnlijk dat hij/zij het merk in de toekomst opnieuw gebruikt en/of aankoopt. De intensiteit ervan geeft aan tot op welk niveau de customer franchise van het merk is beschermd ten opzichte van haar concurrenten. Zie ook 'merktrouw'.
Brand communicationZie 'merkcommunicatie'.
Brand dilutionHet vervagen van een merkimago op het materi?le vlak.
Brand earningsZie 'merkinkomsten'.
Brand endorsementZie 'merkendorsement'.
Brand equityZie 'merkwaarde'.
Brand essenceZie 'merkkern'.
Brand experienceZie 'merkbeleving'.
Brand extensionZie 'merkextensie'.
Brand harmonisationZie 'merkharmonisatie'.
Brand identityZie 'merkidentiteit'.
Brand imageZie 'merkimago'.
Brand licensingZie 'merklicentie'.
Brand loyaltyZie 'merktrouw'.
Brand managementZie 'merkenmanagement'.
Brand missionZie 'merkmissie'.
Brand parityZie 'merkovereenkomst'.
Brand personalityZie 'merkpersoonlijkheid'.
Brand positioningZie 'merkpositionering'.
Brand premiumZie 'merkmarge'.
Brand strategyZie 'merkstrategie'.
Brand taxZie 'merkmarge'.
Brand valuationZie 'merkwaardeberekening'.
Brand valuesZie 'merkwaarden'.
Brand visionZie 'merkvisie'.
BrandingHet bouwen van een merk: selecting and blending tangible and intangible attributes to differentiate the product, service or corporation in an attractive, meaningful and compelling way.
BranductIn extreme gevallen van top-of-mind awareness is de merknaam synoniem voor de productklasse. Hiermee is het merk de verbastering op het product geworden.
BronmerkenIn tegenstelling tot een afzendermerk vervult het bronmerk niet de functie van waarborging. Een bronmerk wordt bij de voornaam genoemd en voegt daar een productnaam aan toe om onderscheidende productlijnen neer te zetten. Het bronmerk behoudt hierbij een eigen identiteit.
BrutobereikSom van de bereikcijfers van verschillende media. Hierbij kan dubbeltelling ontstaan doordat er individuen zijn die geconfronteerd worden met meer dan ??n uitzending of verschijning van een medium of met meer media.
BurstingHet met hoge frequentie plaatsen of uitzenden van uitingen binnen een korte tijdsperiode.
ClippingHet inkorten van een merknaam. Bijvoorbeeld, Budweiser tot Bud.
Co-advertisingEen korte termijn samenwerking tussen 2 of meer merken. De (commerciele) communicatie boodschap staat centraal en dankzij de synergie is er een hoger bereik met lagere kosten. Het is tactisch van aard. Een 'flirt' tussen merken.
Co-brandingEen lange termijn samenwerking tussen 2 of meer merken. De merkwaarden van de betrokken merken zijn het centraal aankoppelingspunt (associatie). Het doel is een verhoogde value creation voor alle betrokken merken. Het is strategisch van aard. Een 'huwelijk' tussen merken.
Coined naamKomt van het Engelse woord 'to coin' (=woorden smeden). Iedere naam die op de een of andere manier is verzonnen is een 'coined name'. Een coined name kan beschrijvend zijn (GO-CREATE), associatief (IMATION) of abstract (ZENECA).
Collectief merkEen juridisch beschermde soortnaam wordt ook aangeduid als zijnde een collectief merk. Bijvoorbeeld de soortnaam 'Bordeaux' voor wijnen uit een bepaald geografisch gebied.
Communicatie (marketingcommunicatie)Overdracht van informatie. Een proces waarbij informatie wordt uitgewisseld tussen personen, organisaties en apparatuur. Bij dit proces draagt een zender informatie (de boodschap) direct of via een medium over aan een ontvanger. Het communicatieproces is voltooid als de ontvanger de informatie op de een of andere manier heeft verwerkt. Tijdens het communicatieproces kan er op verschillende momenten en door verschillende oorzaken 'ruis' optreden. Bij communicatie kunnen alle zintuigen een rol spelen.
Conspicuous consumptionHet aanschaffen en publiekelijk consumeren van statusgerichte merkartikelen met als doel indruk op de omgeving te maken
ContramerkHet zorgvuldig nabootsen van een fabrikanten merk. Hierdoor ontstaat er verwarring in de markt. Bijvoorbeeld, een consument denkt een fles Martini te kopen maar in werkelijkheid heeft hij/zij een fles Fortini aangeschaft.
Copy catHet fenomeen waarbij distributiemerken dezelfde uiterlijke kenmerken als fabrikantenmerken ontwikkelen. Door de fabrikanten ook wel 'immitatiemerken' genoemd.
Corporate brandZie 'ondernemingsmerk'.
Corporate identityZie 'ondernemingsidentiteit'.
Corporate imageZie 'ondernemingsimago'.
Corporate missionZie 'ondernemingsmissie'.
Corporate valuesDe normen en waarden van de onderneming, de filosofie waar het bedrijf voor staat. Nu de lange-termijnstrategie definitief dood is, bestaan er geen zekerheden meer. Behalve dan de corporate values die uiteraard een constant lichtend baken zijn voor het personeel.
Corporate visionZie 'ondernemingsvisie'.
CounterfeitingHet illegaal en op grote schaal namaken van geregistreerde merken.
CultuurIeder merk heeft een eigen cultuur waarvan het fysieke product de overbrenger vormt.
Decay-effectHet effect dat een merk zonder communicatie-inspanning in de vergetelheid raakt.
DienstmerkIets is een product wanneer men het mee naar huis kan nemen. Een dienstmerk en een productmerk verschillen omdat er bij een dienst (bijna) geen tastbare componenten zijn. Bij een dienst zijn de belangrijkste merkingredienten de mensen die de dienst leveren. Wanneer er sprake is van dienstmerken, dan geldt de regel: de mens maakt de dienst, dus de mens maakt het dienstmerk.
DienstnaamWordt gebruikt om producten en diensten te onderscheiden. Een product- of dienstnaam is niet noodzakelijk een merk. Een merk kan immers verschillende diensten en producten overkoepelen. Een product- of dienstnaam kan een label worden zodra het een toonaangevend kenmerk in zich draagt.
DistributeurmerkDit zijn de merknamen, zowel in juridische zin als vanuit het oogpunt van de consument, van retailers zoals M&S, HEMA, Carrefour, etc.
DuplicatieHet aantal personen dat met meer dan ??n uiting uit een plaatsingsschema worden geconfronteerd. Veelal uitgedrukt in een percentage: het aantal personen dat met meer dan ??n uiting wordt geconfronteerd wordt gedeeld door het aantal personen dat eenmaal of vaker met de uiting is geconfronteerd (het zogeheten nettobereik).
Eigen merkEen winkelmerk dat een andere naam heeft dan het winkelbedrijf. Bijvoorbeeld St. Michael is het eigen merk van M&S.
EndorsementKomt van het Engelse werkwoord 'to endorse' (= aanbevelen, onderschrijven). Het naast elkaar gebruiken van twee merknamen waarbij het ene merk als aanbevelingsgarantie voor het andere merk fungeert.
EurobrandingHet veiligstellen van de marktpositie van het merk op de thuismarkt door merkexpansie naar andere Europese markten te realiseren
Externe communicatieCommunicatie van de organisatie met individuen en organisaties buiten de organisatie.
FabrikantenmerkZowel in juridische zin als vanuit het oogpunt van de consument gezien een merk geproduceerd door de fabrikant. Nike, Addidas en Nokia zijn voorbeelden van fabrikantenmerken.
Fighter brandEen fighter brand heeft een lagere toegevoegde waarde en een mindere kwaliteitsperceptie dan een bastion brand. Fighter brands hebben een strategische waarde omdat ze het bastion merk beschermen tegen aanvallen van merken uit de onderkant van de markt.
Flanker brandFlanker brands spelen in op zeer specifieke marktsegmenten en worden daarmee niche spelers. Meestal zijn de financi?le opbrengsten van deze merken ondergeschikt aan de strategische belangen van de onderneming.
FlopvergoedingEen aan een retailer uit te keren vergoeding voor het gebruik van schapruimte indien een product niet aanslaat in een markt.
Functionele waardeDe toegevoegde functionele waarden van het merk. Bijvoorbeeld de merkwaarden 'safety' van Volvo en de veiligheidsfuncties in een Volvo auto.
GebarenmerkEen merk kan door middel van een gebaar associaties ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn de knippende vingers van Twix.
GeheugenblokkeringsverschijnselDit verschijnsel doet zich voor wanneer in een bestaande markt bekende merken met een hoge spontane bekendheid de nieuwkomers tegenhouden om eenzelfde positie in de gedachten van een gebruiker te bewerkstelligen.
Geholpen naamsbekendheidZie 'merkbekendheid'.
Ge?ntegreerde communicatieOnderlinge afstemming van alle communicatie-uitingen van een organisatie. De integratie kan plaatsvinden tussen corporate en marketingcommunicatie, tussen de marketingcommunicatie-instrumenten onderling en binnen een marketingcommunicatie-instrument (mediaplanning).
Gemiddeld bereikHet gemiddeld aantal mensen dat op verschillende momenten van een uitzending en/of plaatsing wordt geconfronteerd met de communicatie-uiting.
geografische merkextensie Het aanspreken van nieuwe kansen in buitenlandse markten middels een kostendrukkende en effici?nte extensie van een bestaand merk.
GeurmerkNet zoals met een gebarenmerk kan een associatie met een geur zich tot een merk ontwikkelen.
Gross rating point (GRP)Medium/reclamebereikmaatstaf voor radio en televisie. Is de som van het aantal bereikte personen in een bepaalde periode voor ??n bepaald mediumtype in procenten van de totale omvang van de mediumdoelgroep. E?n GRP betekent 1% kijkdichtheid (luisterdichtheid) onder de bevolking. GRP wordt veelal gebruikt in combinatie met de kosten van een standaardspot van twintig seconden: K/GRP, d.w.z. de kosten van het medium per 1% kijkdichtheid.
GuidanceDe invloeden van extrinsieke attributen waardoor de ontvankelijke consument gestuurd wordt in zijn/haar besluitvormingsproces.
Has-been brandOok wel 'slapende merken' genaamd. Bevinden zich in een neergaande fase en genieten daarom weinig of geen financi?le investeringen meer in het merk.
Heart breakingHet verkopen van een merkartikel met een ander merkartikel dat in feite het substituut vormt.
HolismeNew Age-term. Volgens het holistische paradigma hangt alles met alles samen. Een waarheid als een koe en daarom volkomen onbruikbaar. Desalniettemin hebben talloze intelligente consultants en managers zich tot het holisme bekeerd. Het zet zich af tegen het traditionele westerse reductionisme. Maar wie het deel niet ziet in het geheel ziet het in het geheel niet.
Horn-effectEen halo-effect waarbij een bepaald attribuut een negatieve invloed heeft op de beoordeling van andere attributen.
HuisstijlUiterlijke verschijningsvorm van de organisatie. Logo, kleurgebruik, typografie,...maar ook de manier waarop de medewerkers met elkaar omgaan. De toepassing van de huisstijl is een symboliek die de eenheid en herkenbaarheid van een organisatie moet bevorderen.
Identiteit (identity)Identiteit is wie je bent (IST) of wie je wil zijn (SOLL). De identiteit van een onderneming kan vastgelegd worden in woord, conceptbeschrijving en beeld.
IdentiteitscrisisEen psychologische term waarmee een situatie van ontoereikendheid bij adolescenten wordt beschreven. Een continue wijziging van identiteit cre?ert een leegte en dwingt de teenager tot de fundamentele vraag: "Wie ben ik werkelijk".
Image spilloverZowel de positieve als de negatieve publiciteit rond een bepaald merk kunnen overslaan naar andere producten die onder dezelfde merknaam op de markt zijn.
Imago (image)Imago is hoe je wordt gezien door de omgeving (IST) of hoe je wil gezien worden (SOLL).
Interne communicatieAlle communicatie tussen individuen en groepen individuen binnen (de open grenzen van) een organisatie, veelal met als doel de opleiding, voorlichting en motivatie van het personeel te bevorderen.
InvolvementZie 'betrokkenheid'.
Joint promotionSales-promotion activiteit door twee of meer organisaties gezamenlijk uitgevoerd en gericht op het vergroten van de impact en/of het spreiden van kosten. De organisaties behoeven niet dezelfde producten voort te brengen, noch uit dezelfde bedrijfstak te komen.
KerncompetentiesIn welke 'tak van sport' excelleert het bedrijf ? Verkoopt Black & Decker boormachines of gaten in de muur ? Advocaten handelen in nachtrust, maar denken dat ze uren verkopen.Term geintroduceerd door Prahalad.
KeurmerkenGeven aan dat een bepaald product, een bepaalde dienst of een bepaald merk aan een aantal standaardvoorschriften voldoet.
KicklineWordt gebruikt voor de commerci?le inzet van een nieuw product of dienst. Bijgevolg is de kickline van voorbijgaande aard. Wordt eveneens losstaand gebruikt van het logo.
KijkdichtheidHet aantal personen dat een bepaald minimaal deel van een tijdsunit heeft gekeken. Een tijdsunit is de kleinste tijdsperiode waarover de kijkdichtheid wordt gerapporteerd.
Klassieke merkconceptHet klassieke merkconcept berust op de vergelijking: 1 merk = 1 product = 1 belofte of klantenvoordeel.
LabelEen label heeft als doel een product of dienst gemakkelijker te identificeren en te onderscheiden. Een label is geen merk daar het geen impliciete of expliciete emotionele waardebeleving in zich draagt. Een label is slechts een visueel kenmerk dat fungeert als een kwaliteits- of variatieaanduiding.
LadderingOnderzoekstechniek om betekenisstructuren te construeren.
Licensing feeZie 'merklicentie'.
LijnextensieHet gebruiken van een (gevestigde) merknaam op een product of dienst binnen de huidige product- of dienstcategorie.
LogoE?n of meer letters of een of meer woorden, afbeeldingen of karakteristieke vormgeving van een naam, veelal met beeld- en vormmerk, weergegeven in ??n blok. In feite het vertalen van de waarden van een merk in een ontwerp van een beeld-, naam- en vormblok voor communicatieve uitingen.
LuxemerkenLuxemerken onderscheiden zich voornamelijk door een hoog winstniveau te handhaven. Ze benaderen de 'griffe' maar zijn deze niet.
MegamerkenMerken die na jaren van investeren verworden zijn tot een soort van zelfstandige naamwoorden, vol van identiteit, gevestigd in een markt en rijk aan betekenis voor de gebruiker.
MerkEen merk is een strategisch instrument (middel) dat X betekenis geeft doordat het de identiteit van X middels functionele en emotionele waarden communiceert, met als doel een relatie op te bouwen en te onderhouden met Y. (Saelens, 1999). Een merk is een unieke combinatie van rationele en emotionele waarden die geassocieerd wordt met een product, een dienst of een organisatie. Een merk houdt een belofte in. Met het merk in aanraking komen heeft een betekenis van waarde, een merkbeleving.
MerkarchitectuurDe merkarchitectuur geeft de onderliggende samenhang weer tussen de verschillende merken van de onderneming. Het kan hier zowel gaan over corporate merk, hoofdmerk en submerk. Het bestaan van een merkarchitectuur impliceert een merkhi?rarchie of merkgelaagdheid. De merkarchitectuur kan losstaan van de onderliggende juridische en organisatorische constructies.
MerkassociatiesHet totaal van gevoelens, van kennis en van beleving die een consument heeft bij een merk. Merkassociaties zijn een gevolg van ervaringen en moeten dus consistent en consequent zijn met de merkpositionering en de basis van differentiatie.
MerkbekendheidMate (uitgedrukt in een percentage) waarin de doelgroep in staat is het merk en/of de eigenschappen van het merk binnen een productklasse te herkennen. Met betrekking tot de merknaam worden onderscheiden: onbekendheid, geholpen bekendheid (ofwel herkenning van voorgelegde merknamen), ongeholpen of spontane bekendheid (waarbij een individu op eigen initiatief spontaan de merknaam reproduceert) en 'top of the mind awareness' (waarbij een consument bepaalde merken als eerste spontaan noemt).
MerkbelevingDe gevoelens die men beleeft wanneer men met een bepaald merk in aanraking komt door aankoop of communicatie.
MerkbelofteDe belofte die het merk in zich houdt. Dit kan een belofte zijn van kwaliteit, van vertrouwen en eerlijkheid, etc.
MerkbewustzijnHet besef binnen een organsatie dat eenieder bijdraagt aan het voeden, het managen en het sturen van een merk of een merkenportfolio.
MerkcommunicatieMerkcommunicatie heeft als doel het merk op zulke wijze te communiceren dat de (meeste) merkwaarden naar de klant worden gecommuniceerd. De gouden regels van merkcommunicatie zijn eenvoud, eenduidig, verrassend, minimaliseren en geloofwaardig.
MerkendorsementMen kan een nieuw of bestaand merk X ruggesteun geven met een ander sterker/bekender/... merk Y. Het merk X kan dan deels "meeliften" op het vertrouwen van het merk Y. [opmerking dat X geen gevaar mag brengen aan Y]. X is het endorsed merk. Y is de endorser.
MerkenmanagementHet beheren, voeden, sturen, innoveren en exploiteren van een merk op effici?nte en rendabele wijze met materiele en immateri?le toegevoegde waarde voor alle stakeholders. Dit is tweeledig in de zin dat het op identiteit of op imago kan gemanaged worden. Het 'managen op identiteit' is het in-side-out managen van een merk. Het merk wordt dan market-aware gemanaged op basis van de identiteitswaarden van het merk. Het 'managen op imago' is het out-side-in managen van een merk. Het merk wordt dan market-driven gemanaged op basis van het gewenste merkimago van de markt. Praktisch gezien is dit het managen van de tastbare en ontastbare aspecten van een merk. Voor productmerken zijn tastbare aspecten het product zelf, de verpakking, de prijs, etc. Voor dienstmerken hebben tastbare aspecten te maken met de beleving van de consument: de verkoopsomgeving, het contact met verkoopspersoneel, etc. Voor product-, dienst- en bedrijfsmerken zijn ontastbare aspecten de emotionele connecties die ontstaan als gevolg van belevingen, identiteit, communicatie en mensen. Ontastbare aspecten worden gemanaged via de manipulatie van identiteit, communicatie en medewerkers.
MerkextensieHet gebruiken van een (gevestigde) merknaam op een product of dienst buiten de huidige product- of dienstcategorie.
MerkgedragDit omsluit alle gedragingen en acties die een merk omsluiten. Dit gaat van de manier waarop men de telefoon beantwoordt, over de zaken die men sponsort of verwerpt, tot ... Kortom de vertaling van de merkwaarden in alles wat men doet.
MerkharmonisatieErvoor zorgen dat alle producten en/of diensten van een bepaald merk consistent zijn in naamgeving, visuele identiteit en positionering op een aantal geografische markten.
MerkidentiteitDe merkidentiteit is de bundel van waarden achter het merk. Deze waarden bepalen de randvoorwaarden binnen dewelke het merk zich kan bewegen.
MerkimagoHet merkimago is de complete bundel van gevoelens en gedachten die een persoon heeft wanneer hij/zij met het merk in contact komt. Deze gevoelens en gedachten zijn in de tijd ontwikkelt door communicatie omtrent en ervaringen met het merk. Deze gevoelens omsluiten eveneens de persoonlijkheid die het merk toegewezen krijgt (vriendelijk en gezellig, koud en zakelijk,...).
MerkinkomstenHet aandeel in de cashflow van een onderneming dat kan toegeschreven worden aan de kracht van een bepaald merk in haar portfolio.
MerkkapitaalZie 'merkwaarde'.
MerkkernDe merkbelofte uitgedrukt in haar meest simpele vorm. Bijvoorbeeld, Volvo = safety.
MerklicentieHet recht om een merk commercieel te mogen exploiteren voor een bepaalde periode, binnen een aantal randvoorwaarden en tegen een bepaalde vergoeding (licensing fee of royalty rate).
MerkmargeDe hogere marge die consumenten bereid zijn te betalen voor een succesvol merkartikel.
MerkmeerwaardeDe gepercipieerde meerwaarde van een merk in vergelijking tot de concurrentie. Berekend aan de hand van de bekendheid, gepercipieerd prijsniveau, niveau van vertrouwen, relevantie, empathie en waardering.
MerkmissieDe beschrijving van wat een merk binnen haar visie wil bereiken.
MerkontwikkelingZie 'branding'.
MerkovereenkomstDe mate waarin consumenten merkartikelen als materieel gelijk ervaren.
MerkpersoonlijkheidDe persoonskenmerken die aan een merk worden toegedicht.
MerkpositioneringDe manier waarop het merk is gepositioneerd in de markt ten opzichte van beoogde doelgroep en ten opzichte van concurrenten. Het is een unieke positie die een merk heeft in de hoofden van de consumenten/doelgroepen.
MerkprismaHet merkprisma omvat de waarden van de merkidentiteit. Het merkprisma is als het ware de identiteitskaart van het merk.
MerkrevitaliseringOmwille van de hoge kosten die gepaard gaan met de introductie van een nieuw merk, wordt er vaak eerst gekeken of men een bestaand maar afgezwakt merk geen nieuw leven kan inblazen. Dit kan allerlei vormen aannemen afhankelijk van de categorie en de doelstellingen. Een vereiste en een bewezen succesfactor voor een geslaagde merkrevitalisering is een productverandering.
MerkscheidbaarheidHet probleem om het merk te scheiden (afbakenen) van de rest van de onderneming en van de overige immateri?le vaste activa zoals octrooien, knowhow en zakenrelaties.
MerkstrategieEen merk is een onderdeel van een strategie die een onderneming heeft om haar doelstellingen te bereiken. Een merkstrategie moet geent zijn op een consistente en consequente merkvisie en merkmissie teneinde een eenduidig merkbeeld, en dus ook merkvoorkeur, te creeren.
MerktrouwDe mate waarin gebruikers en stakeholders trouw blijven aan een bepaald merk. Sterke merken worden gekenmerkt door een hoge merktrouw. Merken met een hoge merktrouw worden vaker geconsumeerd en zijn minder prijselastisch. Merken met een hoge merktrouw kunnen beter moeilijke perioden, zoals bijvoorbeeld een laagconjunctuur of een merkincident, doorstaan. Merktrouw is een belangrijke factor in het berekenen van de financiele waarde van een merk.
MerkvisieEen beschrijving van wat een merk in haar omgeving ziet gebeuren.
MerkwaardeDe waarde van een merk voor een onderneming. Deze waarde kan zich manifesteren in financi?le, strategische en/of managementvoordelen. Er zijn verschillende manieren om merkwaarde te berekenen. Financieel zijn dit bijvoorbeeld: netto contante waarde, economische vervangingswaarde of historische kostprijs.
MerkwaardeberekeningDe berekening van de economische waarde (merkwaarde) van een bepaald merk.
MerkwaardenDe merkenwaarden zijn de waarden die het merk in zich draagt. De merkwaarden geven de randvoorwaarden van de merkpositionering weer. De merkwaarden worden weergegeven door een aantal kernwoorden. Deze kernwoorden kunnen mits een conceptbeschrijving en beelden verder worden verduidelijkt.
MultimerkenbeleidEen beleid waarbij de markt(en) wordt gesegmenteerd en er per segment een merk wordt ontwikkeld en onderhouden.
NettobereikSom van de bereikcijfers van verschillende media, gecorrigeerd voor dubbeltellingen die ontstaan omdat er individuen zijn die met meer dan ??n bepaald medium zijn geconfronteerd.
No frills brandEen merk waarbij de expressieve lading verwijst naar eenvoud.
OctrooiEen door de overheid of een andere bevoegde macht aan een persoon of vennootschap verleend uitsluitend recht (gedurende zekere tijd) tot het maken en verkopen van een zeker artikel of het exploiteren van een uitvinding op het gebied van nijverheid. Ook wel 'brevet' genoemd.
OndernemingsidentiteitDe identiteit van een onderneming. Zie 'identiteit'.
OndernemingsimagoHet geheel van gevoelens, betekenissen en beelden die een omgeving over een bedrijf heeft.
OndernemingsmerkIs de drager van de ondernemingsidentiteit. Het ondernemingsmerk wordt gebruikt in communicatie naar arbeidsmarkt en investeerders. Het ondernemingsmerk kan ook gebruikt worden als endorser van producten of diensten van de onderneming (bijvoorbeeld Lion van Nestle). Wanneer de ondernemingsmerknaam en de merknaam voor producten/diensten hetzelfde zijn, dan spreekt met over een 'trinity brand'.
OndernemingsmissieDe beschrijving van wat een onderneming binnen haar visie wil bereiken.
OndernemingsvisieDe beschrijving van wat een onderneming ziet gebeuren in de wereld om haar heen.
Opportunity-to-see (OTS)In marketingcommunicatie: gelegenheid om een communicatie-uiting waar te nemen. Daarbuiten ook wel gehanteerd met betrekking tot producten.
OudermerkEen merk dat gebruikt wordt om een of meer submerken te endorsen.
Out brandEen merk waarbij de immateri?le associaties door verloop van tijd en door een veranderende marktomgeving verouderd zijn.
ParaplumerkHet uitbrengen van een product of dienst onder de bedrijfsnaam en het met een beschrijvende toevoeging in de markt zetten
Parent brandZie 'oudermerk'.
Passing offThe name given to a legal action brought to protect the "reputation" of a particular trademark/brand/get up. In essence, the action is designed to prevent others from trading on the reputation/goodwill of an existing trademark/brand/get up. The action is only available in those countries that recognize unregistered trademark rights (for example the UK and US). In some countries, it is called "unfair competition action."
PatentNiet-officiele naam voor octrooi.
PayoffDe payoff impliceert een belofte. De payoff maakt deel uit van de merkidentiteit en kan in sommige gevallen op dezelfde hoogte als het logo komen te staan. Bijvoorbeeld: 'Connecting People' van Nokia.
PositioneringDe gerealiseerde (relatieve) positie van een organisatie, een business unit, een merk of een product in de perceptie van afnemers, ten opzichte van vergelijkbare concurrenten.
Product placementHet plaatsen van een product of dienst in een film, een aflevering, etc Bijvoorbeeld: de BMW Z5 in de jongste James Bond 007 film.
Product recallHet terug naar de fabriek laten komen van producten waarin een fout is ontdekt.
ProductmerkZie 'dienstmerk'.
ProductnaamZie 'dienstnaam'.
Public relationsHet stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen (doelgroepen). Ook: de managementondersteunende en -be?nvloedende functie die bijdraagt aan de afstemming tussen de organisatie en interne en externe publieksgroepen.
PubliciteitPubliciteit is wat men krijgt zonder daarvoor te moeten betalen. Bijgevolg kan men dus positieve, maar ook negatieve publiciteit krijgen.
RebrandingRebranding is het veranderen van de corporate naam, de merknaam of de product/dienstnaam. Wanneer een rebrandingsoperatie zich enkel uit in een verandering op communicatief vlak, dan spreekt men van een tactische rebranding. Wanneer een rebrandingsoperatie invloed heeft op de gehele organisatie zowel in de breedte als in de diepte, dan spreekt men van een strategische rebranding.
ReclameEen openbare aanprijzing en alles wat daartoe dient ter bevordering van de afzet van goederen en diensten. Reclame moet je voor betalen.
Royalty rateZie 'merklicentie'.
RuisVerstoring van het communicatieproces. Ruis kan op verschillende plaatsen in het communicatieproces optreden, waardoor de boodschap verkeerd wordt begrepen.
SamplingHet verstrekken van monsters voor producten die de consument pas tijdens of na consumptie kan beoordelen.
Share of mind (SOM)Share of mind is de verhouding van hoe vaak consumenten denken aan een bepaald merk ten opzichte van hoe vaak ze denken aan alle merken in de hele categorie.
Share of voice (SOV)Aandeel (in tijd) van een bepaalde reclame-uiting in de totale zendtijd voor reclame-uitingen in een bepaalde periode en voor een bepaalde categorie.
sponsoring Activiteit waarbij een instantie (de sponsor) materi?le, meestal geldelijke steun verleent aan een organisatie of persoon die een sportieve, artistieke of anderszins voor een bepaald publiek interessante prestatie verricht, of aan de organisatoren van een cultureel of sportief evenement, in ruil voor vermelding van ten minste de (merk)naam van de sponsor.
Spontane naamsbekendheidZie 'merkbekendheid'.
Strategische rebrandingZie 'rebranding'.
SubbrandZie 'submerk'.
SubmerkEen merk dat een eigen merknaam en visuele identiteit heeft om zich te differentieren van haar oudermerk.
Symbolische waardenDe waarden van een merk die als synoniem kunnen doorgaan. Bijvoorbeeld Volvo staat voor veiligheid, Mercedes staat voor Duitse degelijkheid.
Tactische rebrandingZie 'rebranding'.
Tone of voiceToonzetting van de communicatie uitingen. Breder: de toon waarop een merk met haar (potentiele) consumenten communiceert.
Top-of-mind naamsbekendheidZie 'merkbekendheid'.
Total brand behaviourZie 'merkgedrag'.
Trinity brandZie 'ondernemingsmerk'.
TrustmarksMen noemt een merk een trustmark als er een vertrouwen in de markt heerst omtrent de organisatie en de gehanteerde ethiek. Het Wereld Natuur Fonds geniet een hoog vertrouwen in Nederland en is in Nederland een trustmark.
? Trade MarkUit Amerika afkomstig teken dat aangeeft dat een merkregistratie is ingediend maar nog niet als dusdanig voltooid. Het geniet geen juridische gronden in de Benelux.
Unique selling propositionZie 'USP'.
USPEigenschap of kwaliteit van een product of dienst waarin het zich onderscheidt van concurrerende producten of diensten, ook wel unique selling proposition of uniek verkoopargument genoemd. Vaak afgekort als USP.
Virtual communityGroep van internetgebruikers met gelijke interesses die op een (virtuele) lokatie op het internet met elkaar in contact kunnen treden.
Visual identityZie 'visuele identiteit'.
Visuele identiteitHet geheel van de visuele kenmerken van een merk of onderneming. De visuele identiteit reflecteert ook de identiteitswaarden van een merk of van een onderneming. Het consistent en consequent toepassen van de visuele identiteit draagt bij aan het verhogen van de spontane bekendheid.
WaardemerkMen spreekt van een waardemerk zodra het marktaandeel in waarde drie maal zo groot is als het marktaandeel in volume.
WebcastingHet over het internet rechtstreeks uitzenden van opnames.
WinkelmerkenMerken van retailers zoals Carrefour en Albert Heijn. Deze gedragen zich eigenlijk als een paraplumerk in de zin dat ze een groot aantal producten bestrijken en vaak op ieder product de eigen naam vermelden.
WoordmerkVormt een synoniem voor merknaam.
Ying-Yang verhoudingDe verhouding tussen de functionele en emotionele aspecten van een merk.